Het origineel en inzet bagagewagens
Dit type bagagewagen was nog niet voorzien van een hoge zitplaats voor de conducteur wat later wel gebruikelijk was. De conducteursruimte was altijd naar de locomotief gericht en vanaf de zitplaats links of rechts keek de conducteur dan in de rijrichting mee met de trein.
Via spiegels in de spiegelkast op het dak en op de zijkant kon hij langs de trein kijken of alles in orde was. Via ruiten in de kopwand had de conducteur ook zicht richting de locomotief om zo mede naar de seinen te kunnen kijken. Bij gevaar diende hij de machinist te waarschuwen door aan het lijnkoord te trekken dat met een bel op de locomotief of tender was verbonden. Op fluitsignalen diende hij ook te remmen met de handrem, na 1883 verviel dit door invoering van de automatisch werkende Westinghouse rem.
De constructie van deze wagens was eenvoudig, een tweetal ijzeren stelbalken en bufferbalken, houten dwarsbalken in het onderstel en een houten bak met plaatijzeren bekleding. Rond 1885 werden de olielampen vervangen door nieuwe gaslampen. Bij de NS werden begin jaren dertig de sluitseinen verplaatst tot halverwege de bakhoogte. Ook werden daarbij de trappen op de kopwand weggenomen.
|
Normale prijs
€75,00
Normale prijs
Eenheidsprijs
per
|
|
Kan beschikbaarheid voor afhalen niet laden |
|---|
De Staatsspoorwegen bouwde deze wagens tussen 1877 en 1881. Ook de NBDS had een gelijke wagen laten bouwen in 1905 op het onderstel van het voormalig koninklijk rijtuig nr 43 uit 1895. De SS bouwde ook 40 drieassige wagens in nagenoeg gelijke uitvoering, echter met twee deuren per zijwand, zie art. M-258.
Ze waren gebouwd voor de personentreindienst maar vanaf het begin van de eeuw werden ze ook regelmatig in goederentreinen gebruikt. Nog voor 1920 werden ze voorzien van kachel voor inzet in de goederentreinen.
Ze deden daarna nog maar zelden in personentreinen dienst, en dan voornamelijk op secundaire lijnen en korte stoptreinen. Bij NS werden ze alleen nog voor goederentreinen ingezet.
In 1921 waren er nog 112 wagens in dienst maar in 1927 werden de eerste wagens afgevoerd. In de jaren daarna volgde telkens een tiental per jaar tot in 1937 de laatste vier (2038, 2044, 2096, 2100) buiten dienst gingen.
Serie: NS D 2030-2105 (oud SS D 58-61, 72-145)
Zie verder naar beneden voor meer informatie over het origineel en inzet.
Het origineel en inzet bagagewagens
Dit type bagagewagen was nog niet voorzien van een hoge zitplaats voor de conducteur wat later wel gebruikelijk was. De conducteursruimte was altijd naar de locomotief gericht en vanaf de zitplaats links of rechts keek de conducteur dan in de rijrichting mee met de trein.
Via spiegels in de spiegelkast op het dak en op de zijkant kon hij langs de trein kijken of alles in orde was. Via ruiten in de kopwand had de conducteur ook zicht richting de locomotief om zo mede naar de seinen te kunnen kijken. Bij gevaar diende hij de machinist te waarschuwen door aan het lijnkoord te trekken dat met een bel op de locomotief of tender was verbonden. Op fluitsignalen diende hij ook te remmen met de handrem, na 1883 verviel dit door invoering van de automatisch werkende Westinghouse rem.
De constructie van deze wagens was eenvoudig, een tweetal ijzeren stelbalken en bufferbalken, houten dwarsbalken in het onderstel en een houten bak met plaatijzeren bekleding. Rond 1885 werden de olielampen vervangen door nieuwe gaslampen. Bij de NS werden begin jaren dertig de sluitseinen verplaatst tot halverwege de bakhoogte. Ook werden daarbij de trappen op de kopwand weggenomen.
