De meeste van deze kleine schepen raakte vanaf de jaren ’70 in onbruik. Voor het lokale vervoer in de kleinere kanalen waren ze door het vrachtverkeer vervangen zodat alleen nog lange afstand of bulkvervoer overbleef. Doordat hun formaat konden ze echter niet concurreren met grotere schepen op dezelfde routes. Diverse schepen zijn in de loop der jaren nauwelijks gewijzigd en meerdere kregen uiteindelijk via particulieren nog een tweede leven als recreatie schip. Daarbij is vaak in het ruim extra woonruimte gemaakt. Veel schepen werden ook verbouwd voor andere doelen waarbij alleen de romp nog behouden bleef.

Varianten, vrijwel alle in model te maken op basis van deze bouwset:

Versies tot ca 1910 werden veelal nog geleverd zonder stuurhut. De motor bevond voor- of achter het stuurwiel. Later is vaak alsnog een gesloten hut aangebracht maar tot het einde voeren diverse schepen nog zonder hut met een liggend stuurwiel achter een scherm.

Boven de motor was er soms alleen een lichtkap aangebracht, bij wat grotere motoren was er vaak een verhoogde opbouw. Deze variant was er ook met open stuurwiel.

Rond 1920 werden de inmiddels wat compactere nieuwe motoren verder naar voren geplaatst. Zo ontstond achterin plaats voor een kleine woonruimte voor de schipper onder het daartoe wat verhoogde achterdek. Oudere schepen hadden voorheen niet altijd een verhoogde opbouw en kregen ook wel alleen een kleine slaapruimte voorin het schip. Het dek achterop bleef dan vlak zodat daar ruimte was voor extra lading.
Later werd de woonruimte achterop meestal wat verhoogd gebouwd en voorzien van ruiten met kleine schuifluikjes aan de buitenzijde. Vanaf de jaren '50 zijn veel ruiten door moderne beglazing vervangen en vervielen de luikjes.

Niet alle schepen werden gebouwd met hijsmast. De lokale belading / overslag gebeurde dan nog met de hand. Eind jaren '30 werden ook steeds vaker hijsmiddelen vanaf de wal gebruikt waardoor laadgerei van de schepen steeds vaker werd afgenomen. Bij schepen voor losgestorte goederen was ook geen laadgerei (meer) aanwezig.

Meerdere schepen zijn in de loop der tijd ook verlengd, soms meerdere keren. Deze schepen bleven vaak nog wat langer in gebruik.

U heeft de keuze uit het gebruiken van de volgende onderdelen:

• Met of zonder stuurhut. Bij deze laatste werd er een eenvoudig scherm (meestal van plaatijzer) om het stuurwiel geplaatst.
• Met motor achterin onder verhoogde opbouw (middelste tekening), al dan niet met open stuurwiel.
• Eén van beide modellen woonruimte achter de stuurhut: met of zonder luikjes en met ronde of rechte hoeken.
• Met verschillende types toegang tot het benedendek. Indien het voordek toegang gaf tot een verblijf werd deze vaak van een hoge toegang voorzien, eerst van hout, later meestal van ijzer (kwart rond model).
• Het hekwerk aan de achterzijde was meestal een enkele rail maar soms ook dubbel uitgevoerd. Op de dakrand van de verhoogde woonruimte was meestal ook een dakrail aangebracht voor de schipper als deze er voorbij moest lopen.
• Het ruim is op te bouwen als een eendelig groot ruim of verdeeld in twee stukken. Beide kwamen veelvuldig voor. Als er twee luiken zijn is de laadboom meestal ook dubbel uitgevoerd echter niet altijd.
• De steunen voor de seinlampen werden op verschillende plaatsen aangebracht. Ze stonden op de hoeken van het dak, of op ca. 1m lange ijzeren steunen aan de zijkant naast de hut. Bij sommige stonden ze weer ter hoogte van de laadboom.
• U kunt diverse varianten mengen uit de getekende voorbeelden in de bouwbeschrijving.
  

Zoektermen: Schip, schepen, boot, boten