Uitvoeringen van deze bouwset:
Dit model verschijnt in verschillende uitvoeringen: drie HSM uitvoeringen en twee NS uitvoeringen.
Bij de HSM waren de locomotieven alle zeer donker bronsgroen, vrijwel zeker met rode wielen die mogelijk later roodbruin als de frames werden.
Bij NS werden alle locomotieven vanaf ca. 1922 voortaan grasgroen geschilderd, zover na te gaan gelijktijdig met het aanbrengen van grotere ramen in de zijwand van het machinistenhuis.
Na 1932 werden bij NS de locomotieven bij grote revisie standgroen als de rijtuigen. Maar het is niet te verwachten dat er machines nog in deze kleur dienst hebben gedaan aangezien de serie toen al op lijst voor afvoer stond zodra er hoge kosten aan het onderhoud verbonden raakte.
Versie 1: HSM uitvoering 1890-1916 (latere NS 1001-1006) zonder tenderkap:
De oudste versie van dit model met in het machinist nog kleine ramen. Deze eerste zes machines kregen "Borsig" injecteurs tegen de zijkant van de vuurkist en ook was de tender lager (1,6mm in model). U heeft keuze uit een rookkast met platte- of bolle deur en het wel of niet aanbrengen van een losse zanddom. De luchtpomp voor de rem zit links en op verzoek is ook een rookkast zonder pomp verkrijgbaar (voor versies tot 1882).
Versie 2: HSM uitvoering 1890-1916 (latere NS 1007-1019) zonder tenderkap:
Als hierboven echter met "normale" tender en injecteurs zoals de "Nestor" die in het Spoorwegmuseum is bewaard.
Versie 3: HSM uitvoering 1914-1921 (later NS 1007-1019) met tenderkap:
Uitvoering na het aanbrengen van de tenderkap, pomp links, verplaatste zanddom, rookkast met bolle deur en HSM seinhouders. Links over de spatborden de stoomleiding en een ketelbel voor diensten in goederen- en lokaaltreinen.
Versie 4: NS uitvoering 1921-1930 (later NS 1007-1019) met tenderkap:
Als hierboven, NS uitvoering. De laatste machines zonder aangepaste ramen in het machinistenhuis deden tot ca. 1930 dienst, waarschijnlijk vrijwel allemaal nog in de HSM kleurstelling (donkergroen met roodbruine wielen en frames) maar ze waren wel alle voorzien van NS nummerplaten.
Versie 5: uitvoering 1924-1935 (later NS 1020-1029) met tenderkap:
Als hierboven echter met de laatste deellevering als voorbeeld. Alleen deze locs kregen de luchtpomp aan de rechter zijde met daar een tweede handrail. Bij de andere werd aan de linker zijde de bestaande handrail gebruikt voor de leiding naar de pomp.
Het model heeft de vergrote ramen die vanaf 1924 werden aangebracht, NS model sluitseinen op rookkast en tender enz. Bij deze ombouw zijn de machines vrijwel zeker geheel geschilderd en daarmee grasgroen geworden.
Bij de bouwbeschrijving komt een compleet overzicht van alle wijzigingen met tekeningen en foto's.
Geschiedenis serie NS 1000
Deze locomotieven van de NS uit de serie 1001-1029 werden gebouwd van 1878 tot 1883 voor de toenmalige Hollands Spoorweg Maatschappij (HSM) door Borsig in Duitsland. Ze waren gebouwd voor dienst in de zwaarste HSM sneltreinen.
De oorspronkelijke nummers waren HSM 116-125, al had de naam van locomotief bij het HSM personeel in die periode meer betekenis dan het locomotiefnummer.
Deze namen waren in overeenstemming met hun nummering: Eos, Furie, Galatea, Hydra, Io, Janus, Kalypso, Laokoon, Medea, Orpheus, Pegasus, Ra, Sirene, Titaan, Utopia, ,Victoria, Walhala, , Xanthippe, Zelos, Artevelde, Beyling, Cats, Gerard Dou, Evertsen, Govert Flinck, Hugo de Groot, Huygens en Jordeans.
Deze machines waren een voortzetting van eerdere leveringen van soortgelijke locomotieven door Borsig (latere serie NS 800), echter nu met tien atmosfeer keteldruk in plaats van 8,5. Hieraan hadden zij ook hun bijnaam "tienders" te danken.
Bij NS reden de meeste locomotieven de eerste jaren voornamelijk stoptreinen en goederentreinen. Ze waren al rond 1910 afgezakt van sneltreinen naar stoptreinen en lokaaldiensten. In 1916 kreeg de hele serie tenderkappen zodat ook bij achteruitrijden de machinist en stoker beschut zaten. Om ook in die richting zand te kunnen strooien om weg te komen bij nat weer werd de zanddom verplaatst achter de grote dom. Met name bij de lokaaldiensten kwam achteruit rijden veelvuldig voor.
Vanaf begin jaren '30 werden ze ook steeds meer gebruikt voor de rangeerdienst. Mede daarvoor werden de zijruiten bij de NS groter gemaakt.
Eén exemplaar van deze serie bestaat nog, de "Nestor" in het Nederlands Spoorwegmuseum te Utrecht. Deze machine overleefde de afvoer van deze serie tussen 1924 en 1935 per toeval. Oorspronkelijk was gepland een machine van de serie NS 1100 (“ grote snellopers” ) te bewaren maar de laatste machine uit die serie werd door een vergissing gesloopt. Hierdoor werd besloten een exemplaar uit deze serie te bewaren. De machine is hierdoor ook nu nog in oorspronkelijke uitvoering te bewonderen echter in de foutieve kleur donkergrijs in plaats van zeer donkergroen.
Inhoud van de bouwset:
De bouwset bestaat uit 3d geprinte hoofddelen en diverse kleinere delen in een meer flexibele kunststof of messing / nieuwzilver gietwerk zoals de fijne trapjes, sluitseinijzers, lantaarns enz. Zie de voorbeeld foto's voor een impressie.
De detailleringsgraad bij dit model ligt hoger dan bij enig ander model dat we tot op heden hebben ontwikkeld! De bouw is desondanks een stuk eenvoudiger dan onze eerdere messing modellen. Door de 3D technieken is de passing zeer nauwkeurig uitgewerkt en kunnen de grotere delen door schroeven gemonteerd worden. Dit maakt het spuiten ook eenvoudiger.
De wielen moeten nog worden geassembleerd. Ze bestaand uit een kunststof binnenwerk en nieuwzilver wielbanden in RP25 profiel (op prototype foto's nog niet afgebeeld). De as einden zijn vierkant waardoor het kwarteren van de wielen zeer eenvoudig is. De koppelstangen lopen in lagerbusjes over de krukpennen.
Voor assemblage van de wielen wordt bij iedere bouwset een 3d geprint malletje meegeleverd als hulpmiddel.
Alle wielen inclusief tender worden gebruikt voor stroomafname en de locomotief is van zgn. "compensatie" voorzien waardoor de wielen ook bij lichte oneffenheid in de rail toch met alle wielen op het spoor blijft.
De motor bevind zich in de locomotief en er is voldoende ruimte voor een kleine decoder. De tender kan naar wens als alternatief worden gebruikt voor een decoder en is deels voorzien van extra ballast die via de tenderoplegging op de achteras van de locomotief drukt. Er worden metalen ballastblokken bijgeleverd die precies in de ketel passen en meteen het interieur van het machinistenhuis vormen.
Dit model is met alle ballast dan ook in staat zonder problemen een complete passende trein te trekken tot ca. 12 tweeassige messing rijtuigen of goederenwagens.
De bouwsets bevatten verder alle onderdelen die nodig zijn voor de bouw van een compleet rijvaardig model uitgezonderd verf, lijm enz.
Het model is geschikt voor de modelbouwers met een basis ervaring in het bouwen van modeltreinen. We raden aan het model te spuiten en daartoe eerst op andere modellen te oefenen. Zie voor meer uitleg hierover het menu "verf"
|
Normale prijs
€355,00
Normale prijs
Eenheidsprijs
per
|
|
Kan beschikbaarheid voor afhalen niet laden |
|---|
Complete bouwset van zeer nauwkeurige 3d geprinte onderdelen die in eigen beheer worden en o.a.:
- Speciaal ontwikkelde RP25 wielen met nieuwzilver wielbanden en assen met vierkante einden voor eenvoudig kwarteren van de wielen.
- Drijfwerk, appendages zoals fluit, veiligheid enz. uitgevoerd in nieuwzilver en messing gietwerk
- Etswerk voor o.a. koppelstangen, handgrepen, nummer- en naamplaten
- Verende messing buffers
- Motor en tandwielen, electradraad, schroeven, opschriften
- NEM kortkoppelmechanieken
- Uitgebreide handleiding
Er zullen drie verschillende basis modellen verschijnen, gelimiteerd op 100 stuks totaal.
Hieronder kunt u meer informatie en de handleiding vinden. Dit model is in productie, de verwachting is eind 2025 te starten met uitlevering (indicatief).
Uitvoeringen van deze bouwset:
Dit model verschijnt in verschillende uitvoeringen: drie HSM uitvoeringen en twee NS uitvoeringen.
Bij de HSM waren de locomotieven alle zeer donker bronsgroen, vrijwel zeker met rode wielen die mogelijk later roodbruin als de frames werden.
Bij NS werden alle locomotieven vanaf ca. 1922 voortaan grasgroen geschilderd, zover na te gaan gelijktijdig met het aanbrengen van grotere ramen in de zijwand van het machinistenhuis.
Na 1932 werden bij NS de locomotieven bij grote revisie standgroen als de rijtuigen. Maar het is niet te verwachten dat er machines nog in deze kleur dienst hebben gedaan aangezien de serie toen al op lijst voor afvoer stond zodra er hoge kosten aan het onderhoud verbonden raakte.
Versie 1: HSM uitvoering 1890-1916 (latere NS 1001-1006) zonder tenderkap:
De oudste versie van dit model met in het machinist nog kleine ramen. Deze eerste zes machines kregen "Borsig" injecteurs tegen de zijkant van de vuurkist en ook was de tender lager (1,6mm in model). U heeft keuze uit een rookkast met platte- of bolle deur en het wel of niet aanbrengen van een losse zanddom. De luchtpomp voor de rem zit links en op verzoek is ook een rookkast zonder pomp verkrijgbaar (voor versies tot 1882).
Versie 2: HSM uitvoering 1890-1916 (latere NS 1007-1019) zonder tenderkap:
Als hierboven echter met "normale" tender en injecteurs zoals de "Nestor" die in het Spoorwegmuseum is bewaard.
Versie 3: HSM uitvoering 1914-1921 (later NS 1007-1019) met tenderkap:
Uitvoering na het aanbrengen van de tenderkap, pomp links, verplaatste zanddom, rookkast met bolle deur en HSM seinhouders. Links over de spatborden de stoomleiding en een ketelbel voor diensten in goederen- en lokaaltreinen.
Versie 4: NS uitvoering 1921-1930 (later NS 1007-1019) met tenderkap:
Als hierboven, NS uitvoering. De laatste machines zonder aangepaste ramen in het machinistenhuis deden tot ca. 1930 dienst, waarschijnlijk vrijwel allemaal nog in de HSM kleurstelling (donkergroen met roodbruine wielen en frames) maar ze waren wel alle voorzien van NS nummerplaten.
Versie 5: uitvoering 1924-1935 (later NS 1020-1029) met tenderkap:
Als hierboven echter met de laatste deellevering als voorbeeld. Alleen deze locs kregen de luchtpomp aan de rechter zijde met daar een tweede handrail. Bij de andere werd aan de linker zijde de bestaande handrail gebruikt voor de leiding naar de pomp.
Het model heeft de vergrote ramen die vanaf 1924 werden aangebracht, NS model sluitseinen op rookkast en tender enz. Bij deze ombouw zijn de machines vrijwel zeker geheel geschilderd en daarmee grasgroen geworden.
Bij de bouwbeschrijving komt een compleet overzicht van alle wijzigingen met tekeningen en foto's.
Geschiedenis serie NS 1000
Deze locomotieven van de NS uit de serie 1001-1029 werden gebouwd van 1878 tot 1883 voor de toenmalige Hollands Spoorweg Maatschappij (HSM) door Borsig in Duitsland. Ze waren gebouwd voor dienst in de zwaarste HSM sneltreinen.
De oorspronkelijke nummers waren HSM 116-125, al had de naam van locomotief bij het HSM personeel in die periode meer betekenis dan het locomotiefnummer.
Deze namen waren in overeenstemming met hun nummering: Eos, Furie, Galatea, Hydra, Io, Janus, Kalypso, Laokoon, Medea, Orpheus, Pegasus, Ra, Sirene, Titaan, Utopia, ,Victoria, Walhala, , Xanthippe, Zelos, Artevelde, Beyling, Cats, Gerard Dou, Evertsen, Govert Flinck, Hugo de Groot, Huygens en Jordeans.
Deze machines waren een voortzetting van eerdere leveringen van soortgelijke locomotieven door Borsig (latere serie NS 800), echter nu met tien atmosfeer keteldruk in plaats van 8,5. Hieraan hadden zij ook hun bijnaam "tienders" te danken.
Bij NS reden de meeste locomotieven de eerste jaren voornamelijk stoptreinen en goederentreinen. Ze waren al rond 1910 afgezakt van sneltreinen naar stoptreinen en lokaaldiensten. In 1916 kreeg de hele serie tenderkappen zodat ook bij achteruitrijden de machinist en stoker beschut zaten. Om ook in die richting zand te kunnen strooien om weg te komen bij nat weer werd de zanddom verplaatst achter de grote dom. Met name bij de lokaaldiensten kwam achteruit rijden veelvuldig voor.
Vanaf begin jaren '30 werden ze ook steeds meer gebruikt voor de rangeerdienst. Mede daarvoor werden de zijruiten bij de NS groter gemaakt.
Eén exemplaar van deze serie bestaat nog, de "Nestor" in het Nederlands Spoorwegmuseum te Utrecht. Deze machine overleefde de afvoer van deze serie tussen 1924 en 1935 per toeval. Oorspronkelijk was gepland een machine van de serie NS 1100 (“ grote snellopers” ) te bewaren maar de laatste machine uit die serie werd door een vergissing gesloopt. Hierdoor werd besloten een exemplaar uit deze serie te bewaren. De machine is hierdoor ook nu nog in oorspronkelijke uitvoering te bewonderen echter in de foutieve kleur donkergrijs in plaats van zeer donkergroen.
Inhoud van de bouwset:
De bouwset bestaat uit 3d geprinte hoofddelen en diverse kleinere delen in een meer flexibele kunststof of messing / nieuwzilver gietwerk zoals de fijne trapjes, sluitseinijzers, lantaarns enz. Zie de voorbeeld foto's voor een impressie.
De detailleringsgraad bij dit model ligt hoger dan bij enig ander model dat we tot op heden hebben ontwikkeld! De bouw is desondanks een stuk eenvoudiger dan onze eerdere messing modellen. Door de 3D technieken is de passing zeer nauwkeurig uitgewerkt en kunnen de grotere delen door schroeven gemonteerd worden. Dit maakt het spuiten ook eenvoudiger.
De wielen moeten nog worden geassembleerd. Ze bestaand uit een kunststof binnenwerk en nieuwzilver wielbanden in RP25 profiel (op prototype foto's nog niet afgebeeld). De as einden zijn vierkant waardoor het kwarteren van de wielen zeer eenvoudig is. De koppelstangen lopen in lagerbusjes over de krukpennen.
Voor assemblage van de wielen wordt bij iedere bouwset een 3d geprint malletje meegeleverd als hulpmiddel.
Alle wielen inclusief tender worden gebruikt voor stroomafname en de locomotief is van zgn. "compensatie" voorzien waardoor de wielen ook bij lichte oneffenheid in de rail toch met alle wielen op het spoor blijft.
De motor bevind zich in de locomotief en er is voldoende ruimte voor een kleine decoder. De tender kan naar wens als alternatief worden gebruikt voor een decoder en is deels voorzien van extra ballast die via de tenderoplegging op de achteras van de locomotief drukt. Er worden metalen ballastblokken bijgeleverd die precies in de ketel passen en meteen het interieur van het machinistenhuis vormen.
Dit model is met alle ballast dan ook in staat zonder problemen een complete passende trein te trekken tot ca. 12 tweeassige messing rijtuigen of goederenwagens.
De bouwsets bevatten verder alle onderdelen die nodig zijn voor de bouw van een compleet rijvaardig model uitgezonderd verf, lijm enz.
Het model is geschikt voor de modelbouwers met een basis ervaring in het bouwen van modeltreinen. We raden aan het model te spuiten en daartoe eerst op andere modellen te oefenen. Zie voor meer uitleg hierover het menu "verf"
