Messing bouwset elektrische treinstellen NS Materieel 1936 (inzet 1937-1969)
Mogelijke kleurstellingen per periode:
| 1938-1962 | Olijfgroen met rode banen op de kop en een zilverkleurig dak en schorten |
| 1940-1964 | Olijfgroen met rode banen op de kop en een donkergrijs dak en schorten |
| 1954-einde | Grasgroen (als hondekoppen) met rode banen en grijs dak en schorten |
| 1960-einde | Grasgroen (als hondekoppen) met gele “snor”, grijs dak en schorten |
Minimale boogstraal:
Voor de drie / vierdelige stellen met losse draaistellen is de minimale boogstraal 46.cm zonder aanpassingen. Met aanpassingen is dit tot minimaal 37cm te verkleinen.
Voor de modellen met opgelegde draaistellen ("jacobsdraaistellen") is dit standaard 48cm (R4). Bij krappere bogen komen de zijwanden bij de vouwbalgen tegen elkaar en zijn enige aanpassingen nodig om door bogen van minimaal 40cm te kunnen rijden. Krapper is niet mogelijk.
Inhoud van de bouwsets:
U kunt zelf kiezen in welke uitvoering u het model opbouwt wat betreft tijdperk. Er zijn opschriften bijgeleverd voor alle tijdvakken met meerdere nummers. Er worden uitgebreide aanzichten meegeleverd waarop de plaats van alle opschriften door de jaren heen staat getekend en uitgelegd.
De aandrijving wordt geleverd met motor en RP25 en is sterk genoeg voor een vierdelig stel en beving zich in de bagageruimte waardoor overal het hele interieur zichtbaar is.
Het frame van de loopdraaistellen is in messing etswerk uitgevoerd.
De kunststof neuzen zijn gelijk aan de los verkrijgbare messing exemplaren. Deze laatste zijn naar wens leverbaar als u liever de kop op de bak soldeert.
In de kop zijn pasnokjes gemaakt voor de LED verlichting waarmee u de front- en sluitseinen kunt opbouwen.
De raamlijsten zijn in nieuwzilver etswerk uitgevoerd en brengt u pas bij de eindassemblage aan. Daardoor hoeft u hiervoor niets af te plakken.
Alle appendages op het dak zijn in messing gietwerk uitgevoerd, net als de ventilatoren. De pantografen zijn in nieuwzilver etswerk geleverd en bewegend op te bouwen met veer. Een systeem met magneet zorgt ervoor dat ze in neergelaten toestand ook blijven zitten zonder te vergrendelen. Deze zijn ook los verkrijgbaar, zowel de Vickers als BBC types.
Alle overige benodigde onderdelen zijn eveneens bijgesloten, alleen verf-, soldeer- en lijm materialen dient u zelf aan te schaffen.
Benodigde ervaring:
Er is vrij weinig soldeerwerk nodig, met een reguliere 75 watt soldeerbout is alles zonder problemen te bouwen. Hiervoor is een basis ervaring met messing modellen wenselijk.
Het afwerken en spuiten vereist echter wel wat meer ervaring, we raden met klem aan deze modellen te spuiten met airbrush of spuitbus.
Het origineel:
Deze treinstellen zijn na de eerste serie elektrische stroomlijn treinstellen (de mat '35 "hoek van Hollanders") gebouwd. Technisch gezien zijn ze nagenoeg gelijk aan de mat '24 blokkendoos treinstellen echter in een modern lichter geconstrueerd jasje.
Van deze treinstellen is indertijd door Stibans een tweewagen stel bewaard dat inmiddels al vele jaren deel uitmaakt van de collectie van het Spoorwegmuseum. De restauratie daarvan is wat betreft interieur en exterieur in 2023 afgerond. Het rijvaardig afwerken van dit treinstel gaat nog enkele jaren langer duren.
Oorspronkelijk zijn er twee- en driewagen stellen gebouwd. Opvallen verschil betrof de draaistellen. De tweewagenstellen waren met gezamenlijk middendraaistel ("Jacobsdraaistel") geleverd, de driewagenstellen kregen twee draaistellen per bak. De vouwbalgen tussen de bak waren bij die stellen ook niet voorzien van een "buitenbalg" omdat de onderlinge zijdelingse uitwijking hiervoor te groot werd.
Zie voor meer informatie over het voorbeeld Railwiki.nl. of de website van Gerard vd Weerd: www.seinarm.nl onder "stroomlijn".
Het museumtreinstel NS 252 is in 2024 grotendeels gerestaureerd en gepresenteerd aan het publiek in het Spoorwegmuseum. Het technische gedeelte is ingebouwd maar moet nog worden aangesloten en beproefd waarna het stel uiteindelijk weer rijvaardig zal zijn na ruim 60 jaar! Zie voor de restauratie in beeld: Restauratie NS mat '36 - de documentaire
Varianten van de tweewagenstellen in model
Model variant 1:
Er zijn 43 stuks tweewagenstellen gebouwd met de nummers NS 211 - 263.
Er bleven na verlengen van de overige stellen na 1949 nog vijf tweewagenstellen rijden zonder tussenbak die in 1950 weer tot aaneengesloten serie werden vernummerd: NS 211-215. De laatste wordt in 1962 afgevoerd.
(Uit deze bouwset is ook het museumtreinstel NS 252 te bouwen).
Model variant 2:
In 1941/1942 werden 29 stuks verlengd tot driewagenstel (NS 235-263, daarbij vernummerd naar NS 401-429). De laatste worden in 1968 afgevoerd.
Model variant 2b (nog niet zeker van productie):
In 1949 werden nogmaals 13 tweewagenstellen verlengd tot driewagenstel (NS 441-453). Het nieuwe middenrijtuig week echter af van de eerder geleverde tussenrijtuigen. Deze variant komt mogelijk in een later stadium ook beschikbaar in model.
Varianten van de driewagenstellen in model
Model variant 3:
Er zijn 37 driewagenstellen nr. NS 601 - 637 gebouwd.
Model variant 4:
Al deze stellen worden tot vierwagenstel verlengd in 1941/1942. Ze behouden hun oorspronkelijke nummers. De laatste drie werden eind 1969 afgevoerd.
Kleurstelling:
In principe werd bij deze stellen de kleurstelling pas gewijzigd als ze voor een grote revisie de werkplaats bezochten en het schilderwerk in slechte staat was. Kort na de oorlog was de verflaag zo'n 10 jaar oud en bij het toenmalige oorlogsherstel werd er weinig geschilderd. Pas toen de grote schadegevallen aan de beurt waren voor herstel zijn deze opnieuw geschilderd.
Kleuren 1937 tot ca. 1964:
Olijfgroen met rode banen op de kop en een zilverkleurig dak en schorten.
Na 1945 behielden veel stellen hun grijze dak dat in oorlogstijd was overgeschilderd tot hun eerstvolgende schilderbeurt. De schorten bleven daarbij aluminium, meestal sterk vervuild. De stellen die tussen 1947-1954 werden geschilderd kregen wel weer aluminium daken en zagen er dan "als nieuw" uit. Diverse stellen die zijn afgevoerd voor 1965 hebben tot hun einde zo gereden. Zie de handleiding voor de verschillende nummers.
Kleuren 1954 tot afvoer:
Nieuw geschilderde elektrische treinstellen werden voortaan lichtgroen zoals de nieuw geleverde "hondekoppen". De rode banen op de kop en rode biezen bleven gelijk, het dak en schorten werden donkergrijs. O.a. stel 214, 402 en 615 reden in 1965 nog in deze kleuren.
De meeste stellen hebben deze kleuren tot hun einde behouden aangezien de verlaag juist rond deze periode aan een schilderbeurt toe was.
Kleuren 1959 tot afvoer:
Diverse NS treinstellen krijgt een zgn. "Proefsnor" als ze een volledige schilderbeurt krijgen. Van de mat '36 stellen is alleen zeker dat stel 448 deze heeft gekregen. Het stel word als hierboven geschilderd maar met een V vormige lichtgele vleugel op de kop. De rode banen op de kop vervallen daarbij.
Kleuren 1962 tot afvoer:
De stellen die na 1962 nog een schilderbeurt krijgen worden meteen voorzien van de nieuwe "snor" op de kop. De rode biezen worden voortaan lichtgeel als de snor. Het zijn deze stellen die meestal als laatste nog dienst doen na 1965. Ze hebben immers als laatste nog een revisie gehad.
U heeft dus meer dan genoeg keuze uit kleurvarianten!
Handleidingen NS materieel 1936
Om de onderstaande handleidingen te downloaden klikt u op de onderstaande koppelingen naar de PDF bestanden.
Aanvulling m.b.t. minimale boogstralen: Bij de modellen met opgelegde draaistellen (mat36 22-23) zult u de afstand tussen de rijtuigen moeten vergroten door de messing bus waarover de bakken scharnieren iets verder uit elkaar te zetten. Door deze 1mm te verzetten kunt u door een boog met 43,5cm boogstraal. Deze aanpassing levert weinig verschil in aanzicht op. Bij 2mm is de minimale boogstraal 39,5cm. Bij meer afstand is een steeds krappere boogstraal mogelijk maar gaat dit wel ten koste van het zijaanzicht bij de vouwbalg. Bij zeer krappe bogen zal er bovendien een probleem ontstaan bij de zijdelingse draairuimte van de draaistellen. We hebben dit model hierop NIET voorbereid.
Aanpassing van de koppelingen van de mat36 33-34 stellen vind u in deel 2 van de handleiding.
Mat 36 - onderdelen lijst (versie 6-11-2024)
Mat 36 - deel 1 = Zwart wit afdruk, 26 pagina's (versie 16-9-2025)
Mat 36 - deel 2 = Kleuren afdruk, 28 pagina's (versie 16-9-2025)
Mat 36 - deel 3a = Opschriften Eld 22-23 blad 1
Mat 36 - deel 3b = Opschriften Eld 22-23 blad 2
Mat 36 - deel 3c = Opschriften Eld 33-34 blad 1+2
Mat 36, - deel 4 = Nummerlijst Eld 22-23 (vernummeringen en meegeleverde nummers)
Mat 36, - deel 5 = Nummerlijst Eld 33-34 (vernummeringen en meegeleverde nummers)
Handleiding bouw pantograaf BBC
Handleiding bouw pantograaf Vickers
Handleiding bouw stroomvoerende Scharfenberg koppelingen
|
Normale prijs
€395,00
Normale prijs
Eenheidsprijs
/
per
|
|
Kan beschikbaarheid voor afhalen niet laden |
|---|
Kenmerken van deze bouwsets:
- Voorgebogen messing kappen en bodems
- Nieuwzilver geëtste ramen, los ingezet na het spuiten
- Zeer gedetailleerde pantografen met magnetische sluiting
- Gedetailleerd interieur in 3D printdelen
- Draaistellen messing binnenwerk en zwarte 3D printdelen
- Koppen exact op schaal met veel details, standaard in kunststof, als optie in messing leverbaar
- Scharfenberg koppelingen, ook magnetisch op te bouwenn
- Unieke eenvoudige constructie van de vouwbalgen bij de Jacobsdraaistellen.
- Motordraaistel met twee aangedreven assen, voldoende voor het treinstel. De aandrijving is nagenoeg onzichtbaar in het interieur.
- Opschriften bijgeleverd voor alle kleurvarianten en tijdperken (1938-1964)
- Voorbereid op digitaal met printplaat voor 8-polige NEM stekker
- Voorzien van wisselende front- en sluitseinen
Ga verder naar beneden voor meer informatie.
Dit model is strikt gelimiteerd op 200 bouwsets en OP=OP!
Gebouwde modellen zijn NIET verkrijgbaar.
Mogelijke kleurstellingen per periode:
| 1938-1962 | Olijfgroen met rode banen op de kop en een zilverkleurig dak en schorten |
| 1940-1964 | Olijfgroen met rode banen op de kop en een donkergrijs dak en schorten |
| 1954-einde | Grasgroen (als hondekoppen) met rode banen en grijs dak en schorten |
| 1960-einde | Grasgroen (als hondekoppen) met gele “snor”, grijs dak en schorten |
Minimale boogstraal:
Voor de drie / vierdelige stellen met losse draaistellen is de minimale boogstraal 46.cm zonder aanpassingen. Met aanpassingen is dit tot minimaal 37cm te verkleinen.
Voor de modellen met opgelegde draaistellen ("jacobsdraaistellen") is dit standaard 48cm (R4). Bij krappere bogen komen de zijwanden bij de vouwbalgen tegen elkaar en zijn enige aanpassingen nodig om door bogen van minimaal 40cm te kunnen rijden. Krapper is niet mogelijk.
Inhoud van de bouwsets:
U kunt zelf kiezen in welke uitvoering u het model opbouwt wat betreft tijdperk. Er zijn opschriften bijgeleverd voor alle tijdvakken met meerdere nummers. Er worden uitgebreide aanzichten meegeleverd waarop de plaats van alle opschriften door de jaren heen staat getekend en uitgelegd.
De aandrijving wordt geleverd met motor en RP25 en is sterk genoeg voor een vierdelig stel en beving zich in de bagageruimte waardoor overal het hele interieur zichtbaar is.
Het frame van de loopdraaistellen is in messing etswerk uitgevoerd.
De kunststof neuzen zijn gelijk aan de los verkrijgbare messing exemplaren. Deze laatste zijn naar wens leverbaar als u liever de kop op de bak soldeert.
In de kop zijn pasnokjes gemaakt voor de LED verlichting waarmee u de front- en sluitseinen kunt opbouwen.
De raamlijsten zijn in nieuwzilver etswerk uitgevoerd en brengt u pas bij de eindassemblage aan. Daardoor hoeft u hiervoor niets af te plakken.
Alle appendages op het dak zijn in messing gietwerk uitgevoerd, net als de ventilatoren. De pantografen zijn in nieuwzilver etswerk geleverd en bewegend op te bouwen met veer. Een systeem met magneet zorgt ervoor dat ze in neergelaten toestand ook blijven zitten zonder te vergrendelen. Deze zijn ook los verkrijgbaar, zowel de Vickers als BBC types.
Alle overige benodigde onderdelen zijn eveneens bijgesloten, alleen verf-, soldeer- en lijm materialen dient u zelf aan te schaffen.
Benodigde ervaring:
Er is vrij weinig soldeerwerk nodig, met een reguliere 75 watt soldeerbout is alles zonder problemen te bouwen. Hiervoor is een basis ervaring met messing modellen wenselijk.
Het afwerken en spuiten vereist echter wel wat meer ervaring, we raden met klem aan deze modellen te spuiten met airbrush of spuitbus.
Het origineel:
Deze treinstellen zijn na de eerste serie elektrische stroomlijn treinstellen (de mat '35 "hoek van Hollanders") gebouwd. Technisch gezien zijn ze nagenoeg gelijk aan de mat '24 blokkendoos treinstellen echter in een modern lichter geconstrueerd jasje.
Van deze treinstellen is indertijd door Stibans een tweewagen stel bewaard dat inmiddels al vele jaren deel uitmaakt van de collectie van het Spoorwegmuseum. De restauratie daarvan is wat betreft interieur en exterieur in 2023 afgerond. Het rijvaardig afwerken van dit treinstel gaat nog enkele jaren langer duren.
Oorspronkelijk zijn er twee- en driewagen stellen gebouwd. Opvallen verschil betrof de draaistellen. De tweewagenstellen waren met gezamenlijk middendraaistel ("Jacobsdraaistel") geleverd, de driewagenstellen kregen twee draaistellen per bak. De vouwbalgen tussen de bak waren bij die stellen ook niet voorzien van een "buitenbalg" omdat de onderlinge zijdelingse uitwijking hiervoor te groot werd.
Zie voor meer informatie over het voorbeeld Railwiki.nl. of de website van Gerard vd Weerd: www.seinarm.nl onder "stroomlijn".
Het museumtreinstel NS 252 is in 2024 grotendeels gerestaureerd en gepresenteerd aan het publiek in het Spoorwegmuseum. Het technische gedeelte is ingebouwd maar moet nog worden aangesloten en beproefd waarna het stel uiteindelijk weer rijvaardig zal zijn na ruim 60 jaar! Zie voor de restauratie in beeld: Restauratie NS mat '36 - de documentaire
Varianten van de tweewagenstellen in model
Model variant 1:
Er zijn 43 stuks tweewagenstellen gebouwd met de nummers NS 211 - 263.
Er bleven na verlengen van de overige stellen na 1949 nog vijf tweewagenstellen rijden zonder tussenbak die in 1950 weer tot aaneengesloten serie werden vernummerd: NS 211-215. De laatste wordt in 1962 afgevoerd.
(Uit deze bouwset is ook het museumtreinstel NS 252 te bouwen).
Model variant 2:
In 1941/1942 werden 29 stuks verlengd tot driewagenstel (NS 235-263, daarbij vernummerd naar NS 401-429). De laatste worden in 1968 afgevoerd.
Model variant 2b (nog niet zeker van productie):
In 1949 werden nogmaals 13 tweewagenstellen verlengd tot driewagenstel (NS 441-453). Het nieuwe middenrijtuig week echter af van de eerder geleverde tussenrijtuigen. Deze variant komt mogelijk in een later stadium ook beschikbaar in model.
Varianten van de driewagenstellen in model
Model variant 3:
Er zijn 37 driewagenstellen nr. NS 601 - 637 gebouwd.
Model variant 4:
Al deze stellen worden tot vierwagenstel verlengd in 1941/1942. Ze behouden hun oorspronkelijke nummers. De laatste drie werden eind 1969 afgevoerd.
Kleurstelling:
In principe werd bij deze stellen de kleurstelling pas gewijzigd als ze voor een grote revisie de werkplaats bezochten en het schilderwerk in slechte staat was. Kort na de oorlog was de verflaag zo'n 10 jaar oud en bij het toenmalige oorlogsherstel werd er weinig geschilderd. Pas toen de grote schadegevallen aan de beurt waren voor herstel zijn deze opnieuw geschilderd.
Kleuren 1937 tot ca. 1964:
Olijfgroen met rode banen op de kop en een zilverkleurig dak en schorten.
Na 1945 behielden veel stellen hun grijze dak dat in oorlogstijd was overgeschilderd tot hun eerstvolgende schilderbeurt. De schorten bleven daarbij aluminium, meestal sterk vervuild. De stellen die tussen 1947-1954 werden geschilderd kregen wel weer aluminium daken en zagen er dan "als nieuw" uit. Diverse stellen die zijn afgevoerd voor 1965 hebben tot hun einde zo gereden. Zie de handleiding voor de verschillende nummers.
Kleuren 1954 tot afvoer:
Nieuw geschilderde elektrische treinstellen werden voortaan lichtgroen zoals de nieuw geleverde "hondekoppen". De rode banen op de kop en rode biezen bleven gelijk, het dak en schorten werden donkergrijs. O.a. stel 214, 402 en 615 reden in 1965 nog in deze kleuren.
De meeste stellen hebben deze kleuren tot hun einde behouden aangezien de verlaag juist rond deze periode aan een schilderbeurt toe was.
Kleuren 1959 tot afvoer:
Diverse NS treinstellen krijgt een zgn. "Proefsnor" als ze een volledige schilderbeurt krijgen. Van de mat '36 stellen is alleen zeker dat stel 448 deze heeft gekregen. Het stel word als hierboven geschilderd maar met een V vormige lichtgele vleugel op de kop. De rode banen op de kop vervallen daarbij.
Kleuren 1962 tot afvoer:
De stellen die na 1962 nog een schilderbeurt krijgen worden meteen voorzien van de nieuwe "snor" op de kop. De rode biezen worden voortaan lichtgeel als de snor. Het zijn deze stellen die meestal als laatste nog dienst doen na 1965. Ze hebben immers als laatste nog een revisie gehad.
U heeft dus meer dan genoeg keuze uit kleurvarianten!
Handleidingen NS materieel 1936
Om de onderstaande handleidingen te downloaden klikt u op de onderstaande koppelingen naar de PDF bestanden.
Aanvulling m.b.t. minimale boogstralen: Bij de modellen met opgelegde draaistellen (mat36 22-23) zult u de afstand tussen de rijtuigen moeten vergroten door de messing bus waarover de bakken scharnieren iets verder uit elkaar te zetten. Door deze 1mm te verzetten kunt u door een boog met 43,5cm boogstraal. Deze aanpassing levert weinig verschil in aanzicht op. Bij 2mm is de minimale boogstraal 39,5cm. Bij meer afstand is een steeds krappere boogstraal mogelijk maar gaat dit wel ten koste van het zijaanzicht bij de vouwbalg. Bij zeer krappe bogen zal er bovendien een probleem ontstaan bij de zijdelingse draairuimte van de draaistellen. We hebben dit model hierop NIET voorbereid.
Aanpassing van de koppelingen van de mat36 33-34 stellen vind u in deel 2 van de handleiding.
Mat 36 - onderdelen lijst (versie 6-11-2024)
Mat 36 - deel 1 = Zwart wit afdruk, 26 pagina's (versie 16-9-2025)
Mat 36 - deel 2 = Kleuren afdruk, 28 pagina's (versie 16-9-2025)
Mat 36 - deel 3a = Opschriften Eld 22-23 blad 1
Mat 36 - deel 3b = Opschriften Eld 22-23 blad 2
Mat 36 - deel 3c = Opschriften Eld 33-34 blad 1+2
Mat 36, - deel 4 = Nummerlijst Eld 22-23 (vernummeringen en meegeleverde nummers)
Mat 36, - deel 5 = Nummerlijst Eld 33-34 (vernummeringen en meegeleverde nummers)
Handleiding bouw pantograaf BBC
Handleiding bouw pantograaf Vickers
Handleiding bouw stroomvoerende Scharfenberg koppelingen
