Ombouwset bagagewagen SS / NS (1895-1954) Art. M-250
Het voorbeeld:
Ze waren gebaseerd op het Duitse type Pw3. Deze serie personentrein bagagewagens was gebaseerd op een bestand Pruisisch ontwerp. De SS nam het gehele ontwerp nagenoeg ongewijzigd over. Grootste verschil was het aanbrengen van een overloop mogelijkheid door een de kopwand van een deur te voorzien. Hierdoor viel de trap ook iets hoger uit. Bij de SS werden ze gebouwd tussen 1895 en 1901 en kwamen ze in de serie SS D 601-645 terecht, na de fusie werd dit bij de NS D 4101-4145. De vervolgserie werd bij Werkspoor gebouwd en kreeg twee schuifdeuren in de zijwand (niet uit deze set te maken).
Wijzigingen:
Bij de NS werden er een aantal wijzigingen uitgevoerd aan deze wagens. Bij de NS werden vanaf 1934 de sluitseinen verplaatst tot halverwege de bakhoogte. Ook werden daarbij de koptrappen afgenomen. Ook werden bij de NS de lantaarns vervangen door kleinere exemplaren en werd een kachel geplaatst waarvoor op het hoge dakdeel een schoorsteen werd aangebracht.
Eind jaren dertig vervielen ook de doorgaande treeplanken. Alleen onder de opstappen van de deur, bordes en kopwand bleef een twee trede zitten.
In de oorlog zouden bij alle bagagewagens de uitgebouwde uitkijken worden afgenomen. Dit had te maken met het smallere profiel op de Duitse spoorwegen. Dit is echter maak bij een zeer klein aantal wagens uitgevoerd, de meeste bleven verder ongewijzigd in dienst tot eind vijftiger jaren.
Van een aantal wagens verviel in de jaren vijftig de deur op de kopwand waarbij ook de overloopplaat en zijdelingse steunen vervielen.
Na de oorlog waren er nog 93 exemplaren van deze serie en de iets later gebouwde variant met twee schuifdeuren in dienst. In 1953 waren er nog 27 en in 1957 werd de laatste wagen afgevoerd.
Kleuren
Het onderstel, bufferbalk en buffers, wielen etc. waren steeds zwart. De gascilinders waren altijd lichtgrijs. De buitenste rand van de wagens was zwart (het lijstwerk op de hoeken).
De wagenbak zelf was bij de SS roodbruin van kleur, bij de NS werd dit donkergroen.
Het dak was tot begin jaren dertig met zilverzand bestrooid en had een beige / gele kleur, na die tijd werd vooral bitumen toegepast en werd het dak donkergrijs.
Bij de SS waren de aspotten en bufferstelen wit geschilderd. Het lijstwerk van de ramen was (zoals al op het model) gelakt teak (beige/geel).
De opschriften op de stelbalken waren alle wit. Bij de SS waren de opschriften op de bak goudkleurig met gedeeltelijk een zwarte schaduw. Bij de NS werd alle tekst op de bak wit.
|
Normale prijs
€14,00
Normale prijs
Eenheidsprijs
/
per
|
|
Kan beschikbaarheid voor afhalen niet laden |
|---|
Deze set is bedoeld om een Pruisische Fleischmann® bagagewagen om te bouwen tot een Nederlands model. Het setje bevat opschriften, messing etswerk met o.a. een nieuwe trap voor op de kopwand, deur voor de kopwand, details als sluitseinijzers en borden enz.
Dit is een eenvoudige ombouw welke voornamelijk uit het opnieuw schilderen bestaat.
Download hier de handleiding als PDF bestand: Handleiding M-250
Inzet:
Deze grote serie van 120 wagens werd gebouwd voor de SS tussen 1895 en 1900 door v.d. Zypen in Duitsland. Ze waren bestemd voor inzet in de internationale sneltreinen. Daarbij konden ze gekoppeld worden aan de vierassige rijtuigen met vouwbalgen, de doorgangsrijtuigen. Omdat dit alleen aan de balkonzijde mogelijk was moesten ze aan de eindpunten worden gedraaid op een draaischijf. Om dit ongemak te voorkomen werden vanaf 1909 bagagewagens met aan twee zijdes een overloop inrichting gebouwd, zie art. M-260.
Deze bagagewagens kwamen vervolgens in de sneltreindienst terecht waar ze met drie- en vierassige couperijtuigen werden ingezet. Nadat NS nieuwe stalen bagagewagens liet bouwen in de jaren '30 zakte deze drieassers wat meer af naar o.a. stoptreinen maar ze bleven ook onmisbaar voor vele treinen met vierassig materieel. Eind jaren '30 werden ze praktisch in alle treinsoorten wel gebruikt. Door de omvang van de serie kon men ze bij praktisch overal wel aantreffen.
Vanaf eind jaren '30 werden ze ook in goederentreinen ingezet waartoe ze een kachel kregen.
Zie verder naar beneden voor meer informatie over het voorbeeld en wijzigingen.
Het voorbeeld:
Ze waren gebaseerd op het Duitse type Pw3. Deze serie personentrein bagagewagens was gebaseerd op een bestand Pruisisch ontwerp. De SS nam het gehele ontwerp nagenoeg ongewijzigd over. Grootste verschil was het aanbrengen van een overloop mogelijkheid door een de kopwand van een deur te voorzien. Hierdoor viel de trap ook iets hoger uit. Bij de SS werden ze gebouwd tussen 1895 en 1901 en kwamen ze in de serie SS D 601-645 terecht, na de fusie werd dit bij de NS D 4101-4145. De vervolgserie werd bij Werkspoor gebouwd en kreeg twee schuifdeuren in de zijwand (niet uit deze set te maken).
Wijzigingen:
Bij de NS werden er een aantal wijzigingen uitgevoerd aan deze wagens. Bij de NS werden vanaf 1934 de sluitseinen verplaatst tot halverwege de bakhoogte. Ook werden daarbij de koptrappen afgenomen. Ook werden bij de NS de lantaarns vervangen door kleinere exemplaren en werd een kachel geplaatst waarvoor op het hoge dakdeel een schoorsteen werd aangebracht.
Eind jaren dertig vervielen ook de doorgaande treeplanken. Alleen onder de opstappen van de deur, bordes en kopwand bleef een twee trede zitten.
In de oorlog zouden bij alle bagagewagens de uitgebouwde uitkijken worden afgenomen. Dit had te maken met het smallere profiel op de Duitse spoorwegen. Dit is echter maak bij een zeer klein aantal wagens uitgevoerd, de meeste bleven verder ongewijzigd in dienst tot eind vijftiger jaren.
Van een aantal wagens verviel in de jaren vijftig de deur op de kopwand waarbij ook de overloopplaat en zijdelingse steunen vervielen.
Na de oorlog waren er nog 93 exemplaren van deze serie en de iets later gebouwde variant met twee schuifdeuren in dienst. In 1953 waren er nog 27 en in 1957 werd de laatste wagen afgevoerd.
Kleuren
Het onderstel, bufferbalk en buffers, wielen etc. waren steeds zwart. De gascilinders waren altijd lichtgrijs. De buitenste rand van de wagens was zwart (het lijstwerk op de hoeken).
De wagenbak zelf was bij de SS roodbruin van kleur, bij de NS werd dit donkergroen.
Het dak was tot begin jaren dertig met zilverzand bestrooid en had een beige / gele kleur, na die tijd werd vooral bitumen toegepast en werd het dak donkergrijs.
Bij de SS waren de aspotten en bufferstelen wit geschilderd. Het lijstwerk van de ramen was (zoals al op het model) gelakt teak (beige/geel).
De opschriften op de stelbalken waren alle wit. Bij de SS waren de opschriften op de bak goudkleurig met gedeeltelijk een zwarte schaduw. Bij de NS werd alle tekst op de bak wit.
