Messing bouwset postrijtuig NS / SS / HSM (1882-1936) - art. M-224 NIEUW
De wagens waren gebouwd met gasverlichting met drie lantaarns in het midden. Rond 1908 kwamen er nog vier lampen bij, nu aan de zijkanten boven de sorteertafels. Vanaf 1911 kregen ze bij revisie gasgloeilicht met "vaas" model dakluchters.
Binnen was ook een potkachel geplaatst waarvoor op het dak een T-model schoorsteen was aangebracht. Onder kachel kwam een pijp om de as naar buiten te storten. Dit voorkwam het opwaaien van as in het rijtuig bij het schoonmaken van de kachel wat zeker tussen de brieven erg ongewenst was.
Links van elke deur is een sluitseinhouder geplaatst waarin een bord gestoken kon worden door het personeel, bijvoorbeeld als de wagen zonder trein in gebruik was voor sorteren. Hiermee waarschuwde men de machinist om voorzichtig te rangeren.
Alle rijtuigen waren voorzien van hoge sluitseinijzers, zowel bij de SS als HSM.
Bij overgang naar NS werden deze vanaf 1923 verlaagd aangebracht tijdens revisies. De oud HSM wagens kregen al wat eerder HSM Ag2 aspotten (uiterlijk vrijwel gelijk aan de NS W1 / R1 aspotten). De SS wagens behielden steeds hun SS 200 aspotten.
Bagagewagen voor goederentreinen
Twee oud HSM rijtuigen werden al in 1933 verbouwd tot een bagagewagen voor goederentreinen (Dg): NS D 2576 en 2577. Hierbij werden de lange treeplanken ingekort. Ze deden zo slechts drie jaar dienst.
Kleurstelling:
Wagenbak was bij de SS bronsgroen, bij NS later “rijtuiggroen” en bij de HSM bruin als het goederenmaterieel. Men sprak hier van postwagens en geen postrijtuigen als bij SS / NS.
De zijwanden waren rondom met een zwarte bies van 5cm breed afgezet die vanaf de jaren ’30 verviel.
Het lijstwerk was voorheen ook zwart. Zowel dit lijstwerk als voorgenoemde biezen waren bij de SS afgezet met een dunne witte bies (5mm breed in werkelijkheid) en bij de HSM zover bekend, met een dunne rode bies.
Het dak was zandgeel bij SS, roodbruin of zandgeel bij de HSM en vanaf de jaren ’30 bij NS grijs als het met bitumen werd gedekt. Zie onze handleiding “afwerken daken” op de website.
Het onderstel was steeds geheel zwart, net als de dakluchters en alle handgrepen.
De gastank was steeds grijs.
|
Normale prijs
€75,00
Normale prijs
Eenheidsprijs
/
per
|
|
Kan beschikbaarheid voor afhalen niet laden |
|---|
Nieuw messing model, voorzien van interieur.
Deze postrijtuigen liepen in alle soorten SS en HSM personentreinen. Bij NS werden ze met name in korte stoptreinen met twee- en drieassige rijtuigen ingezet.
De SS L 4-9 werden gebouwd in 1882-1884 (NS P 2021-2023). Ze waren gebaseerd op de eerdere leveringen Rijkspostrijtuigen maar kregen verdiept liggende instapdeuren zodat de bak breder konden worden. Ook de HSM bouwde vrijwel identieke rijtuigen in 1884 (HSM P 411-413, NS P 2021-2023).
Alle kregen "zonnedaken". Deze tweede daklaag lag op latten op het dak zodat ertussen een open ruimte ontstond die kon ventileren en het binnen minder warm werd. Ook veel luxe rijtuigen kregen deze daken maar bij NS werden ze tijdens grote revisies na 1923 alle verwijderd.
Download hier de bouwbeschrijving - tekst
Download hier de bouwbeschrijving - tekening
De bijbehorende algemene handleidingen voor solderen en afwerken van de modellen vind u in het hoofdmenu onder de kop "handleidingen".
Meer informatie over het origineel, de bouwset etc. vind u verder naar beneden onder de afbeelding.
De wagens waren gebouwd met gasverlichting met drie lantaarns in het midden. Rond 1908 kwamen er nog vier lampen bij, nu aan de zijkanten boven de sorteertafels. Vanaf 1911 kregen ze bij revisie gasgloeilicht met "vaas" model dakluchters.
Binnen was ook een potkachel geplaatst waarvoor op het dak een T-model schoorsteen was aangebracht. Onder kachel kwam een pijp om de as naar buiten te storten. Dit voorkwam het opwaaien van as in het rijtuig bij het schoonmaken van de kachel wat zeker tussen de brieven erg ongewenst was.
Links van elke deur is een sluitseinhouder geplaatst waarin een bord gestoken kon worden door het personeel, bijvoorbeeld als de wagen zonder trein in gebruik was voor sorteren. Hiermee waarschuwde men de machinist om voorzichtig te rangeren.
Alle rijtuigen waren voorzien van hoge sluitseinijzers, zowel bij de SS als HSM.
Bij overgang naar NS werden deze vanaf 1923 verlaagd aangebracht tijdens revisies. De oud HSM wagens kregen al wat eerder HSM Ag2 aspotten (uiterlijk vrijwel gelijk aan de NS W1 / R1 aspotten). De SS wagens behielden steeds hun SS 200 aspotten.
Bagagewagen voor goederentreinen
Twee oud HSM rijtuigen werden al in 1933 verbouwd tot een bagagewagen voor goederentreinen (Dg): NS D 2576 en 2577. Hierbij werden de lange treeplanken ingekort. Ze deden zo slechts drie jaar dienst.
Kleurstelling:
Wagenbak was bij de SS bronsgroen, bij NS later “rijtuiggroen” en bij de HSM bruin als het goederenmaterieel. Men sprak hier van postwagens en geen postrijtuigen als bij SS / NS.
De zijwanden waren rondom met een zwarte bies van 5cm breed afgezet die vanaf de jaren ’30 verviel.
Het lijstwerk was voorheen ook zwart. Zowel dit lijstwerk als voorgenoemde biezen waren bij de SS afgezet met een dunne witte bies (5mm breed in werkelijkheid) en bij de HSM zover bekend, met een dunne rode bies.
Het dak was zandgeel bij SS, roodbruin of zandgeel bij de HSM en vanaf de jaren ’30 bij NS grijs als het met bitumen werd gedekt. Zie onze handleiding “afwerken daken” op de website.
Het onderstel was steeds geheel zwart, net als de dakluchters en alle handgrepen.
De gastank was steeds grijs.
