Messing bouwset HSM (post)bagagewagen NS / HSM (1883-1940) - art. M-221 en M-222

Ga direct naar productinformatie
1 van 5
Het origineel

Serie: HSM (post)bagagewagens HSM 1501-1030, later NS PD 2002, 2003, 3001, 3002 (beide drieassig) en D 2557-2565, gebouwd in 1883.

Alle wagens werden in 1883 geleverd door Carl Weyer, het latere Dusseldorfer Eisenbahnbedarf in Dusseldorf-Oberlik te Duitsland.
Veel details van deze wagens en de constructie kwamen overeen met de gesloten goederenwagens van de HSM. In tegenstelling tot de Staatsspoorwegen hield de HSM de goederenwagen bouwwijze aan, de SS paste een bouwstijl als bij de rijtuigen toe.
Een deel van deze wagens werd in de loop der jaren omgebouwd. De resterende ongewijzigde wagens kwamen bij NS in dienst met de nummers D 2557-2565. Van deze wagens is bekend dat bij wagen 2564 de hoge remkast en trap met bordes is afgenomen rond 1940. De hoge uitkijk kast was toen niet langer benodigd omdat de hoofdconducteur niet langer de verantwoording voor de trein droeg en daarmee niet over de trein uit hoefde te kijken om o.a. seinen te controleren. Gezien de hoge kosten voor een dergelijke ombouw is het bij deze ene wagen uit deze serie gebleven. De laatste van deze bagagewagens deden dienst tot eind jaren veertig.

Drieassers / werkwagens:

In 1887 werd een tweetal wagens verbouwd; HSM 1501 en 1513. Ze behielden daarbij hun oorspronkelijk nummer. De bagageruimte werd ingekort om ruimte te maken voor een postafdeling. Daarbij werd in de buitenwand aan elke kant een dubbele draaideur aangebracht om de postzakken te laden. De postafdeling werd niet door de Nederlandse maar door Duitse Posterij gebruikt.. Boven de dubbele deuren verscheen een bord zoals in Duitsland gebruikelijk was in het zwart met in geel “POST” erop.
In 1901 kregen beide wagens een extra middenas en werd het laadvermogen verhoogd van 5 ton naar 10 ton. Bij NS kregen deze twee wagens het nummer NS PD 3001, 3002.
De eerste drieassige wagen werd in 1930 verbouwd tot gereedschapswagen voor baanvak “Groningen” (NS 177019), de tweede in 1931 voor baanvak “Rotterdam DP” (NS 177025). Aan de binnenzijde werd de conducteursruimte uitgebroken, een werkbank geplaatst en wat gereedschapbakken aangebracht. De deur bovenaan de trap en van de postafdelingen werden vastgezet. Alle ramen in de uitkijk en rechts naast de trap in de zijwand werden dichtgemaakt (plank van binnenuit). Op het dak verscheen een kachelpijp. 
De wagens bleven verder ongewijzigd maar werden bij de eerstvolgende schilderbeurt voortaan grijs geschilderd zoals het goederenmaterieel.
In 1957 werd de wagen voor Groningen vernummerd naar NS 180 101 voor depot Utrecht maar lang mocht het niet duren. In 1959 volgde afvoer. De wagen uit Rotterdam werd in 1957 vernummerd naar NS 180102 voor depot Roosendaal. Deze hield het daar een stuk langer vol. Pas in 1967 werd deze wagen afgevoerd als laatste uit de oorspronkelijke serie.

Postbagagewagens, tweeassig:

In 1911 werden nogmaals twee wagens van deze serie verbouwd door een postafdeling in te bouwen voor de Duitse post op het traject Enschde-Ahaus. In plaats van 3 meter werd de postruimte nu slechts 2.15m lang. De dubbele deuren waren ook wat smaller zodat de ombouw erg eenvoudig kon gebeuren. Bij de vorige serie diende men de wand en dakstijlen ten behoeve van de deur wat te verzetten, bij deze serie bleef alles op dezelfde plek. De verbouwde wagens HSM 1507 en 1509 kregen bij NS de nummers PD 2002, 2003. (Opmerking: deze versie is niet leverbaar).

Bagagewagens voor lokaalspoorwegen

Een meer ingrijpende ombouw kwam voor de helft van de tot dat moment ongewijzigde wagens tussen 1903 en 1905. Nu de tweeassige rijtuigen op hun retour raakte en steeds meer jongere drieassige bagagewagens over bleven raakte deze wagens overcompleet. In 1903/1904 werden de wagens HSM 1510-’12, ’21-’25 verbouwd tot lokaalspoor bagagewagens met postafdeling.
De hoge uitkijkkast werd volledig verwijderd met interieur, de bagageafdeling werd voorzien van een postafdeling met zijgang naar de andere voorheen dichte kopwand. Deze kopwand werd gelijk gemaakt mat de andere wand en verlengd met een bordes. Dit bordes was gelijk aan het bordes dat was ontstaan aan de andere kant door het verwijderen van de trap. De radstand bleef echter gelijk. Boven beide bordessen kwam een overstekend dak en werden kophekjes geplaatst met overloopplaten. In de postafdeling kwamen extra ramen en de roldeur liep voortaan de andere kant op. De ombouw bestond dan ook meer uit herbouw wat de bak betreft.
In 1904 en 1905 werden nogmaals 10 wagens verbouwd; HSM D 1514-’16, ’18-’20, ’26, ’27, ’28-’30. Deze kregen echter geen postafdeling en ook de roldeur werd niet aangepast. Bij deze wagens was de oorsprong na de ombouw wel redelijk herkenbaar gebleven. Beide types lokaalspoorwagens zijn (nog) niet in model leverbaar.

Verlichting:

Oorspronkelijk hadden deze wagens slechts één vaste gaslamp in het dak in de bagageruimte. In de conducteursafdeling en de pakmeesters afdeling (de ruimte onder der hoge uitkijk) hadden elk een beweegbare gaslamp met scherm. De wagens die een postafdeling kregen werden van een extra vaste lamp in de post  in de postafdeling voorzien.
Rond 1903 vervielen de beweegbare lampen en werd op de hoge uitkijk en in de ruimte voor de pakmeester een vaste gaslamp aangebracht.

Constructie

De bouwwijze van deze bagagewagens was gebaseerd op die van de gesloten HSM goederenwagens zoals gebouwd door de HSM tussen 1879 en 1919. De constructie was bij al deze wagens gelijk; een ijzeren frame en hoofdconstructie van de wagenbak met een wandvulling van planken, al dan niet voorzien van ventilatie roosters. De maatvoering van onderdelen als handgrepen, U profielen, sluitingen, aspotten etc. was door de HSM al in een vroeg stadium gestandaardiseerd in een speciaal album.

 

Normale prijs €75,00
Normale prijs Aanbiedingsprijs €75,00
Aanbieding Uitverkocht

Dit model is leverbaar in twee- en drieassige versie.

Deze HSM (post)bagagewagens waren de voorlopers van de later bekende HSM "buikjes" die er in 2, 3 en 4 assige uitvoering kwamen. Bij deze wagens zat de trap naar de verhoogde zitplaats voor de conducteur nog aan de buitenzijde. Deze serie was bedoeld voor dienst in personentreinen, vandaar deze hoge uitkijk kast.
Men bouwde 30 stuks waarvan een deel van deze wagens later werd verbouwd tot lokaalspoor bagagewagen. De resterende ongewijzigde wagens kwamen bij NS in dienst met de nummers D 2557-2565 en deden dienst tot eind jaren veertig.

In 1887 werden twee wagens voorzien van postafdeling (HSM 1501 en 1513) met dubbele draaideur om de postzakken te laden. De postafdeling werd niet door de Nederlandse maar door Duitse Posterij gebruikt. Boven de deuren kwam een zwart bord met in geel “POST” erop. In 1901 kregen deze beide wagens een extra middenas en werd het laadvermogen verhoogd van 5 ton naar 10 ton. Bij NS kregen deze twee wagens het nummer NS PD 3001, 3002.

Later werden beide dienstwagen voor seinwezen (zie art. M-222 bij dienstmaterieel)

Klik hier voor de bouwbeschrijving van dit model

Meer informatie over het origineel vind u verder naar beneden

Het origineel

Serie: HSM (post)bagagewagens HSM 1501-1030, later NS PD 2002, 2003, 3001, 3002 (beide drieassig) en D 2557-2565, gebouwd in 1883.

Alle wagens werden in 1883 geleverd door Carl Weyer, het latere Dusseldorfer Eisenbahnbedarf in Dusseldorf-Oberlik te Duitsland.
Veel details van deze wagens en de constructie kwamen overeen met de gesloten goederenwagens van de HSM. In tegenstelling tot de Staatsspoorwegen hield de HSM de goederenwagen bouwwijze aan, de SS paste een bouwstijl als bij de rijtuigen toe.
Een deel van deze wagens werd in de loop der jaren omgebouwd. De resterende ongewijzigde wagens kwamen bij NS in dienst met de nummers D 2557-2565. Van deze wagens is bekend dat bij wagen 2564 de hoge remkast en trap met bordes is afgenomen rond 1940. De hoge uitkijk kast was toen niet langer benodigd omdat de hoofdconducteur niet langer de verantwoording voor de trein droeg en daarmee niet over de trein uit hoefde te kijken om o.a. seinen te controleren. Gezien de hoge kosten voor een dergelijke ombouw is het bij deze ene wagen uit deze serie gebleven. De laatste van deze bagagewagens deden dienst tot eind jaren veertig.

Drieassers / werkwagens:

In 1887 werd een tweetal wagens verbouwd; HSM 1501 en 1513. Ze behielden daarbij hun oorspronkelijk nummer. De bagageruimte werd ingekort om ruimte te maken voor een postafdeling. Daarbij werd in de buitenwand aan elke kant een dubbele draaideur aangebracht om de postzakken te laden. De postafdeling werd niet door de Nederlandse maar door Duitse Posterij gebruikt.. Boven de dubbele deuren verscheen een bord zoals in Duitsland gebruikelijk was in het zwart met in geel “POST” erop.
In 1901 kregen beide wagens een extra middenas en werd het laadvermogen verhoogd van 5 ton naar 10 ton. Bij NS kregen deze twee wagens het nummer NS PD 3001, 3002.
De eerste drieassige wagen werd in 1930 verbouwd tot gereedschapswagen voor baanvak “Groningen” (NS 177019), de tweede in 1931 voor baanvak “Rotterdam DP” (NS 177025). Aan de binnenzijde werd de conducteursruimte uitgebroken, een werkbank geplaatst en wat gereedschapbakken aangebracht. De deur bovenaan de trap en van de postafdelingen werden vastgezet. Alle ramen in de uitkijk en rechts naast de trap in de zijwand werden dichtgemaakt (plank van binnenuit). Op het dak verscheen een kachelpijp. 
De wagens bleven verder ongewijzigd maar werden bij de eerstvolgende schilderbeurt voortaan grijs geschilderd zoals het goederenmaterieel.
In 1957 werd de wagen voor Groningen vernummerd naar NS 180 101 voor depot Utrecht maar lang mocht het niet duren. In 1959 volgde afvoer. De wagen uit Rotterdam werd in 1957 vernummerd naar NS 180102 voor depot Roosendaal. Deze hield het daar een stuk langer vol. Pas in 1967 werd deze wagen afgevoerd als laatste uit de oorspronkelijke serie.

Postbagagewagens, tweeassig:

In 1911 werden nogmaals twee wagens van deze serie verbouwd door een postafdeling in te bouwen voor de Duitse post op het traject Enschde-Ahaus. In plaats van 3 meter werd de postruimte nu slechts 2.15m lang. De dubbele deuren waren ook wat smaller zodat de ombouw erg eenvoudig kon gebeuren. Bij de vorige serie diende men de wand en dakstijlen ten behoeve van de deur wat te verzetten, bij deze serie bleef alles op dezelfde plek. De verbouwde wagens HSM 1507 en 1509 kregen bij NS de nummers PD 2002, 2003. (Opmerking: deze versie is niet leverbaar).

Bagagewagens voor lokaalspoorwegen

Een meer ingrijpende ombouw kwam voor de helft van de tot dat moment ongewijzigde wagens tussen 1903 en 1905. Nu de tweeassige rijtuigen op hun retour raakte en steeds meer jongere drieassige bagagewagens over bleven raakte deze wagens overcompleet. In 1903/1904 werden de wagens HSM 1510-’12, ’21-’25 verbouwd tot lokaalspoor bagagewagens met postafdeling.
De hoge uitkijkkast werd volledig verwijderd met interieur, de bagageafdeling werd voorzien van een postafdeling met zijgang naar de andere voorheen dichte kopwand. Deze kopwand werd gelijk gemaakt mat de andere wand en verlengd met een bordes. Dit bordes was gelijk aan het bordes dat was ontstaan aan de andere kant door het verwijderen van de trap. De radstand bleef echter gelijk. Boven beide bordessen kwam een overstekend dak en werden kophekjes geplaatst met overloopplaten. In de postafdeling kwamen extra ramen en de roldeur liep voortaan de andere kant op. De ombouw bestond dan ook meer uit herbouw wat de bak betreft.
In 1904 en 1905 werden nogmaals 10 wagens verbouwd; HSM D 1514-’16, ’18-’20, ’26, ’27, ’28-’30. Deze kregen echter geen postafdeling en ook de roldeur werd niet aangepast. Bij deze wagens was de oorsprong na de ombouw wel redelijk herkenbaar gebleven. Beide types lokaalspoorwagens zijn (nog) niet in model leverbaar.

Verlichting:

Oorspronkelijk hadden deze wagens slechts één vaste gaslamp in het dak in de bagageruimte. In de conducteursafdeling en de pakmeesters afdeling (de ruimte onder der hoge uitkijk) hadden elk een beweegbare gaslamp met scherm. De wagens die een postafdeling kregen werden van een extra vaste lamp in de post  in de postafdeling voorzien.
Rond 1903 vervielen de beweegbare lampen en werd op de hoge uitkijk en in de ruimte voor de pakmeester een vaste gaslamp aangebracht.

Constructie

De bouwwijze van deze bagagewagens was gebaseerd op die van de gesloten HSM goederenwagens zoals gebouwd door de HSM tussen 1879 en 1919. De constructie was bij al deze wagens gelijk; een ijzeren frame en hoofdconstructie van de wagenbak met een wandvulling van planken, al dan niet voorzien van ventilatie roosters. De maatvoering van onderdelen als handgrepen, U profielen, sluitingen, aspotten etc. was door de HSM al in een vroeg stadium gestandaardiseerd in een speciaal album.

 

Alle details bekijken