Kunststof bouwset bagagewagen NBDS nr 106, 107 (1891-1910) Art. K-74
Inhoud van de bouwsets art. K-70 t.m. K-82:
Deze modellen worden met de nieuwste 3D technieken geproduceerd. Hierdoor zijn de modellen zeer gedetailleerd. Bij deze serie modellen is zeer veel aandacht besteed aan het correct weergeven van alle subtiele onderlinge verschillen tussen de deelseries.
Deze bouwsets zijn zeer eenvoudig te bouwen en geschikt voor beginners. Het werken met dit materiaal vereist echter wel wat meer voorzichtigheid als bij "fabrieksmodellen", de gebruikte kunststoffen zijn iets kwetsbaarder dan spuitgiet plastics.
Versies van de bouwsets art. K-70 t.m. K-82:
Zie ook de tabel in de handleiding.
NS periode:
U heeft de keuze uit de originele wagenbak, al dan niet met remhuis of remstoel of voor een vernieuwde wagenbak, ook naar keus met- en zonder remstoel te bouwen:
K-71 NS – Niet herbouwde wagen, met- en zonder remstoel te bouwen
K-72 NS – Herbouwde wagen, met- en zonder remstoel te bouwen
K-73 NS – Niet herbouwde wagen met remhuis
NBDS periode:
U heeft de keuze uit de geheel oorspronkelijke uitvoering tot ca. 1900 (k-70) of voor modellen uit de jaren daarna. Daarnaast kunt u ook de bagagewagen uitvoering bouwen.
K-70 NBDS – Oorspronkelijke wagen tot deze versterkt werden vanaf 1894 (tot ca 1900)
K-71 NBDS – Als K-70 maar met hoekversterkingen, met en zonder remstoel te bouwen (vanaf 1894)
K-72 NBDS – Herbouwde wagen, met en zonder remstoel te bouwen (vanaf 1903)
K-73 NBDS – Niet herbouwde wagen met remhuis (vanaf 1916)
K-74 NBDS – Bagagewagen (van 1891 tot 1910)
Handleiding:
Download hieronder de handleiding met alle informatie over het origineel, nummerseries, verbouwingen enz.:
Handleiding K-70 t.m. K-84 - versie 2025-01
Geschiedenis van het origineel (art. K-71 t.m. K-74)
Bij bouw kregen slechts tien van de 50 exemplaren een remstoel met schroefrem op het dak. De wagens werden in vervolgens in 1894 beperkt versterkt bij grote revisie. Vanaf 1903 werd een deel van een grotendeels nieuwe bovenbouw voorzien.
Vanaf 1906 kregen deze wagens het remwerk dat van open wagens afkomstig was zodat uiteindelijk 29 wagens waren met remstoel, al dan niet met vernieuwde wagenbak.
In 1916 werden twee exemplaren van een gesloten remhuis voorzien. Hierna meer uitleg per verbouwing en de betreffende artikelnummers van die wagens erachter.
1874 - Gesloten wagens 101-150 (art. K-70, met of zonder remstoel te bouwen)
Deze wagens werden geleverd door Carl Weyer. Alle wagens kregen een trap op de kopwand om op het dak te komen om sluitseinen te kunnen plaatsen. Tien wagens kregen bij aflevering een open plaatijzeren zitting voor de remmer (remstoel) op het dak.
De bovenbouw was vrijwel geheel van hout, het onderstel bestond uit ijzeren profielen. De geremde wagens hadden houten remblokken die na 1887 werden vervangen door ijzeren exemplaren.
1894 - Versterken wagenbak (art. K-71, met of zonder remstoel te bouwen)
In 1894 begon men met het versterken van de wagenbakken door het aanbrengen van “zware ijzeren hoekverbindingen” op tien wagens. Bij vernieuwen van de deur verviel de stijl in het midden. Bij een veertigtal wagens werden de aspotten vervangen.
1903 - Modernisering wagenbak (art. K-72, met of zonder remstoel te bouwen)
Volgens tekening uit dit jaar worden alle wagens verbouwd maar de praktijk verliep anders. Bij de gelande herbouw van de wagenbak kregen ze nieuwe roldeuren en de twee verticale houten stijlen op de kopwand werden naar de buitenhoeken gebracht. Op hun eerdere plaats kwamen nu twee ijzeren U profielen. De ijzeren trap op de kopwand kwam te vervallen behalve bij wagens met remstoelen waar ze nodig zijn voor de remmer.
De kleine ventilatieluikjes roosters werden voorzien van een geperforeerde plaat aan de buitenzijde en de handgrepen werden gewijzigd. Ook zouden alle wagens nieuwe scheenplaten, veren met veerhanden en seinijzers krijgen. In de praktijk werden tot 1910 slechts 13 wagens geheel opnieuw opgebouwd.
In 1910 wordt besloten tot een vereenvoudigde herbouw. Vervolgens worden tussen 1910 en 1913 totaal 17 wagens “half opnieuw opgebouwd”. Alleen wagen 103 wordt nog “geheel opnieuw opgebouwd” in 1911. Wat precies wordt bedoeld met “half opnieuw opgebouwd” is onduidelijk, meest waarschijnlijk zijn geen of slechts beperkte verbeteringen aangebracht en zal vooral houtwerk zijn vernieuwd.
Deze wagens behielden ook de kopwand trap tot het verlagen van de sluitseinen bij NS waarbij over het algemeen alle koptrappen werden ingekort of verwijderd (na 1926).
Uiteindelijk blijven er 17 wagens over die niet worden herbouwd (bleven als art. K-71) , op twee na komen deze als zodanig bij NS en blijven ze ongewijzigd tot afvoer.
1906 - Extra wagens met remwerk (art.K-71, K72 met of zonder remstoel te bouwen)
Van open wagens wordt de schroefrem met remzitting afgenomen een aangebracht op diverse van deze serie gesloten wagens. De ombouw loopt onafhankelijke van eventuele herbouw van de wagenbak. Zo heeft de eerste herbouwde wagen (1903) in latere jaren alsnog een schroefrem, net als een groot deel van de uiteindelijk niet herbouwde wagens.
Uiteindelijk hebben 29 wagens een schroefrem maar daarvan hadden slechts vier wagens dit oorspronkelijk al, de overige zes geremde wagens verloren juist hun remwerk.
Van de 14 geheel opnieuw opgebouwde wagens hadden uiteindelijk vijf wagens een schroefrem met open remzitting en van de 17 half opnieuw opgebouwde wagens totaal 11 stuks. Van de 17 stuks niet herbouwde wagens kregen 12 stuks een schroefrem.
Van een doorlopende nummering met verschil in geremde, ongeremde en/of deels herbouwde wagens is inmiddels geen sprake meer.
1916 - Remhuisje aanbrengen (art K-73)
In 1916 en 1917 krijgen twee beremde wagens een gesloten remhuis (103 en 105). Zover bekend behielden de andere wagens hun open remstoelen, ook toen ze bij NS kwamen. In het NS materieelpark van 1924 lijkt het alsof alle geremde wagens zijn voorzien van gesloten kast maar dit blijkt niet uit de gegevens.
1891 - Bagagewagens (zie art. k-74)
De wagens met remstoel 106 en 107 werden in 1891 verbouwd tot bagagewagen.
Deze twee bagagewagens mochten ook lopen in de personentreinen waarbij is aan te nemen dat ze name in gemengde treinen liepen. Ze zijn bij herbouw in 1910 weer opgebouwd als gesloten wagen maar nu zonder rem.
NS periode na 1924
Bij NS kregen deze wagens de nummers NS CHG 397-404 en CHG 2536-'74 (na 1928 CHA). Vanaf 1926 werden de sluitseinen i.v.m. de elektrificatie verlaagd waarbij ook alle trappen en ladders op de kopwanden vervielen. Wagens met remwerk en remstoel werden hiervan in principe uitgezonderd tenzij al het remwerk gelijktijdig werd afgenomen. Rond 1928 kwam de algemene opdracht het nog aanwezige “verouder remwerk met open remzittingen” bij al het NS materieel te verwijderen.
Er zijn zover bekend geen verdere wijzigingen aangebracht. Wagen NS 2547 wordt in 1930 dienstwagen 163010, 2549 en 2567 in 1933 dienstwagens NS 140009 en '10.
De laatste wagens worden in 1936 en 1937 afgevoerd. Daarbij wordt wagen NS 2550 dienstwagen NS 150462 om zo haar bestaan nog een paar jaar te rekken.
Kleuren van deze modellen
Het onderstel met bufferbalken, buffers, treeplanken enz. was steeds zwart. Bij de SS, NCS en NBDS waren de aspotten bij aflevering wit geschilderd. In de praktijk zijn ze op foto’s van in gebruik zijnde materieel maar moeilijk als wit te herkennen door stof en vuil. Het wit schilderen was functioneel, zo kon een lekkage snel worden opgespoord. Bij de SS werden de stelen van de buffers wit geschilderd (ook om overmatige slijtage snel te zien) en de veerpakketten roodbruin.
De handgrepen, sluitseinijzers, sluitingen enz. waren steeds zwart. De kleur van de wagenbak verschilde per maatschappij:
De NBDS wagens waren lichtgrijs, de opschriften wit.
De HSM wagens waren roodbruin met gele en later oranje opschriften. De kleine opschriften op het onderstel waren wit.
De SS wagens waren op het moment van overname van de NRS donkergrijs, de opschriften wit behalve “Nederland” in geel en de twee vlaggen op iedere zijwand.
De NRS wagens waren voor zover bekend, grijs met witte opschriften en twee “ruiten” met rood-wit-blauwe vlakken op de zijwand.
De NS wagens waren donker blauwgrijs met witte opschriften.
|
Normale prijs
€65,00
Normale prijs
Eenheidsprijs
/
per
|
|
Kan beschikbaarheid voor afhalen niet laden |
|---|
Kunststof bouwset in 3D geprinte onderdelen van zeer hoge kwaliteit. Handgrepen, treeplanken, sluitseinen enz. als messing etsdelen meegeleverd, voorzien van fijne spaakwielen, opschriften en NEM kortkoppelmechanieken.
Deze wagens werden gebouwd voor de NBDS als gesloten wagen met remstoel (zie art. K-70). In 1891 werden ze verbouwd tot bagagewagen voor gemengde treinen waarbij een kleine opbouw tegen een kop werd gemaakt voor zicht over de trein. Aan elke zijkant werden twee spiegelkasten geplaatst.
Door de spiegelkast kon de roldeur aan één zijde niet meer ver genoeg open. Hoewel omkeren van de richting waarin de deur open ging wellicht ook een optie was is er gekozen voor het versmallen van de deur maar dan ook alleen aan die zijde.
In 1910 werden ze weer opgebouwd als gesloten wagen waarbij het remwerk werd afgenomen. De hoekversterkingen aan de zijkant en aangepaste roldeur bleven daarbij ongewijzigd.
Zie verder naar beneden voor meer informatie over deze bouwsets, handleiding en veel extra informatie over het origineel.
Inhoud van de bouwsets art. K-70 t.m. K-82:
Deze modellen worden met de nieuwste 3D technieken geproduceerd. Hierdoor zijn de modellen zeer gedetailleerd. Bij deze serie modellen is zeer veel aandacht besteed aan het correct weergeven van alle subtiele onderlinge verschillen tussen de deelseries.
Deze bouwsets zijn zeer eenvoudig te bouwen en geschikt voor beginners. Het werken met dit materiaal vereist echter wel wat meer voorzichtigheid als bij "fabrieksmodellen", de gebruikte kunststoffen zijn iets kwetsbaarder dan spuitgiet plastics.
Versies van de bouwsets art. K-70 t.m. K-82:
Zie ook de tabel in de handleiding.
NS periode:
U heeft de keuze uit de originele wagenbak, al dan niet met remhuis of remstoel of voor een vernieuwde wagenbak, ook naar keus met- en zonder remstoel te bouwen:
K-71 NS – Niet herbouwde wagen, met- en zonder remstoel te bouwen
K-72 NS – Herbouwde wagen, met- en zonder remstoel te bouwen
K-73 NS – Niet herbouwde wagen met remhuis
NBDS periode:
U heeft de keuze uit de geheel oorspronkelijke uitvoering tot ca. 1900 (k-70) of voor modellen uit de jaren daarna. Daarnaast kunt u ook de bagagewagen uitvoering bouwen.
K-70 NBDS – Oorspronkelijke wagen tot deze versterkt werden vanaf 1894 (tot ca 1900)
K-71 NBDS – Als K-70 maar met hoekversterkingen, met en zonder remstoel te bouwen (vanaf 1894)
K-72 NBDS – Herbouwde wagen, met en zonder remstoel te bouwen (vanaf 1903)
K-73 NBDS – Niet herbouwde wagen met remhuis (vanaf 1916)
K-74 NBDS – Bagagewagen (van 1891 tot 1910)
Handleiding:
Download hieronder de handleiding met alle informatie over het origineel, nummerseries, verbouwingen enz.:
Handleiding K-70 t.m. K-84 - versie 2025-01
Geschiedenis van het origineel (art. K-71 t.m. K-74)
Bij bouw kregen slechts tien van de 50 exemplaren een remstoel met schroefrem op het dak. De wagens werden in vervolgens in 1894 beperkt versterkt bij grote revisie. Vanaf 1903 werd een deel van een grotendeels nieuwe bovenbouw voorzien.
Vanaf 1906 kregen deze wagens het remwerk dat van open wagens afkomstig was zodat uiteindelijk 29 wagens waren met remstoel, al dan niet met vernieuwde wagenbak.
In 1916 werden twee exemplaren van een gesloten remhuis voorzien. Hierna meer uitleg per verbouwing en de betreffende artikelnummers van die wagens erachter.
1874 - Gesloten wagens 101-150 (art. K-70, met of zonder remstoel te bouwen)
Deze wagens werden geleverd door Carl Weyer. Alle wagens kregen een trap op de kopwand om op het dak te komen om sluitseinen te kunnen plaatsen. Tien wagens kregen bij aflevering een open plaatijzeren zitting voor de remmer (remstoel) op het dak.
De bovenbouw was vrijwel geheel van hout, het onderstel bestond uit ijzeren profielen. De geremde wagens hadden houten remblokken die na 1887 werden vervangen door ijzeren exemplaren.
1894 - Versterken wagenbak (art. K-71, met of zonder remstoel te bouwen)
In 1894 begon men met het versterken van de wagenbakken door het aanbrengen van “zware ijzeren hoekverbindingen” op tien wagens. Bij vernieuwen van de deur verviel de stijl in het midden. Bij een veertigtal wagens werden de aspotten vervangen.
1903 - Modernisering wagenbak (art. K-72, met of zonder remstoel te bouwen)
Volgens tekening uit dit jaar worden alle wagens verbouwd maar de praktijk verliep anders. Bij de gelande herbouw van de wagenbak kregen ze nieuwe roldeuren en de twee verticale houten stijlen op de kopwand werden naar de buitenhoeken gebracht. Op hun eerdere plaats kwamen nu twee ijzeren U profielen. De ijzeren trap op de kopwand kwam te vervallen behalve bij wagens met remstoelen waar ze nodig zijn voor de remmer.
De kleine ventilatieluikjes roosters werden voorzien van een geperforeerde plaat aan de buitenzijde en de handgrepen werden gewijzigd. Ook zouden alle wagens nieuwe scheenplaten, veren met veerhanden en seinijzers krijgen. In de praktijk werden tot 1910 slechts 13 wagens geheel opnieuw opgebouwd.
In 1910 wordt besloten tot een vereenvoudigde herbouw. Vervolgens worden tussen 1910 en 1913 totaal 17 wagens “half opnieuw opgebouwd”. Alleen wagen 103 wordt nog “geheel opnieuw opgebouwd” in 1911. Wat precies wordt bedoeld met “half opnieuw opgebouwd” is onduidelijk, meest waarschijnlijk zijn geen of slechts beperkte verbeteringen aangebracht en zal vooral houtwerk zijn vernieuwd.
Deze wagens behielden ook de kopwand trap tot het verlagen van de sluitseinen bij NS waarbij over het algemeen alle koptrappen werden ingekort of verwijderd (na 1926).
Uiteindelijk blijven er 17 wagens over die niet worden herbouwd (bleven als art. K-71) , op twee na komen deze als zodanig bij NS en blijven ze ongewijzigd tot afvoer.
1906 - Extra wagens met remwerk (art.K-71, K72 met of zonder remstoel te bouwen)
Van open wagens wordt de schroefrem met remzitting afgenomen een aangebracht op diverse van deze serie gesloten wagens. De ombouw loopt onafhankelijke van eventuele herbouw van de wagenbak. Zo heeft de eerste herbouwde wagen (1903) in latere jaren alsnog een schroefrem, net als een groot deel van de uiteindelijk niet herbouwde wagens.
Uiteindelijk hebben 29 wagens een schroefrem maar daarvan hadden slechts vier wagens dit oorspronkelijk al, de overige zes geremde wagens verloren juist hun remwerk.
Van de 14 geheel opnieuw opgebouwde wagens hadden uiteindelijk vijf wagens een schroefrem met open remzitting en van de 17 half opnieuw opgebouwde wagens totaal 11 stuks. Van de 17 stuks niet herbouwde wagens kregen 12 stuks een schroefrem.
Van een doorlopende nummering met verschil in geremde, ongeremde en/of deels herbouwde wagens is inmiddels geen sprake meer.
1916 - Remhuisje aanbrengen (art K-73)
In 1916 en 1917 krijgen twee beremde wagens een gesloten remhuis (103 en 105). Zover bekend behielden de andere wagens hun open remstoelen, ook toen ze bij NS kwamen. In het NS materieelpark van 1924 lijkt het alsof alle geremde wagens zijn voorzien van gesloten kast maar dit blijkt niet uit de gegevens.
1891 - Bagagewagens (zie art. k-74)
De wagens met remstoel 106 en 107 werden in 1891 verbouwd tot bagagewagen.
Deze twee bagagewagens mochten ook lopen in de personentreinen waarbij is aan te nemen dat ze name in gemengde treinen liepen. Ze zijn bij herbouw in 1910 weer opgebouwd als gesloten wagen maar nu zonder rem.
NS periode na 1924
Bij NS kregen deze wagens de nummers NS CHG 397-404 en CHG 2536-'74 (na 1928 CHA). Vanaf 1926 werden de sluitseinen i.v.m. de elektrificatie verlaagd waarbij ook alle trappen en ladders op de kopwanden vervielen. Wagens met remwerk en remstoel werden hiervan in principe uitgezonderd tenzij al het remwerk gelijktijdig werd afgenomen. Rond 1928 kwam de algemene opdracht het nog aanwezige “verouder remwerk met open remzittingen” bij al het NS materieel te verwijderen.
Er zijn zover bekend geen verdere wijzigingen aangebracht. Wagen NS 2547 wordt in 1930 dienstwagen 163010, 2549 en 2567 in 1933 dienstwagens NS 140009 en '10.
De laatste wagens worden in 1936 en 1937 afgevoerd. Daarbij wordt wagen NS 2550 dienstwagen NS 150462 om zo haar bestaan nog een paar jaar te rekken.
Kleuren van deze modellen
Het onderstel met bufferbalken, buffers, treeplanken enz. was steeds zwart. Bij de SS, NCS en NBDS waren de aspotten bij aflevering wit geschilderd. In de praktijk zijn ze op foto’s van in gebruik zijnde materieel maar moeilijk als wit te herkennen door stof en vuil. Het wit schilderen was functioneel, zo kon een lekkage snel worden opgespoord. Bij de SS werden de stelen van de buffers wit geschilderd (ook om overmatige slijtage snel te zien) en de veerpakketten roodbruin.
De handgrepen, sluitseinijzers, sluitingen enz. waren steeds zwart. De kleur van de wagenbak verschilde per maatschappij:
De NBDS wagens waren lichtgrijs, de opschriften wit.
De HSM wagens waren roodbruin met gele en later oranje opschriften. De kleine opschriften op het onderstel waren wit.
De SS wagens waren op het moment van overname van de NRS donkergrijs, de opschriften wit behalve “Nederland” in geel en de twee vlaggen op iedere zijwand.
De NRS wagens waren voor zover bekend, grijs met witte opschriften en twee “ruiten” met rood-wit-blauwe vlakken op de zijwand.
De NS wagens waren donker blauwgrijs met witte opschriften.
